De beelden van de Iraakse dictator Saddam Hoessein die in 2003 uit een gat in de grond kruipt, zijn iconisch. Nu, twintig jaar later, vertelt de man die dat gat heeft gegraven het fantastische verhaal van hoe hij, een gewone boer, de afgezette president acht maanden lang onder een bloembed in zijn tuin verborg. Voor de camera vertelt hij over de dag dat zijn huis werd uitgekozen als schuilplaats voor deze gezochte man, opgejaagd door 150.000 Amerikaanse soldaten. De Iraakse boer had geen andere keuze dan de rol van presidentiële kapper, arts en lijfwacht op zich te nemen – en er lijkt iets dat lijkt op een vriendschap tussen hen te zijn gegroeid terwijl ze samen aten en elkaars rug hielpen wassen.