Op het hoogtepunt van de koude oorlog brak er een strijd uit tussen regeringen van over de hele wereld over welk standpunt ze moesten innemen over het apartheidssysteem in Zuid-Afrika. De strijd werd geleid door de Zweedse regering van Olof Palmes, die heimelijk meer dan 1 miljard dollar naar de verzetsbeweging sluisde. Dit geld werd gegeven zonder medeweten van het parlement of de Zweedse bevolking. In het midden van het net in Zuid-Afrika stond een Zweedse diplomaat genaamd Birgitta Karlström Dorph. Ondertussen probeerden de Zweden bij de VN met hun Scandinavische tegenhangers het argument voor economische sancties te winnen. Dit leidde tot bittere ruzies waarbij Palme de strijd tegen de regeringen Reagan en Thatcher leidde.